|
Leespraat
Leren lezen om (beter) te leren praten |
|
Taal is belangrijk voor de interactie en voor het zelfstandig kunnen functio-
neren. Kinderen zonder beperking "oefenen" taal vanzelfsprekend de hele
dag. Een kind met Down doet dit niet. Voor hen is gesproken taal vaak een
brei van woorden.
Redenen hiervoor kunnen zijn:
* |
vaak zijn auditieve vaardigheden zwakker. |
* |
veelvuldig is er sprake van gehoorverlies |
* |
Kinderen met het Downsyndroom hebben vaak een dysfatische stoornis.
|
Hieruit vloeit voort dat:
* |
het kind makkelijker leert door wat het ziet, dan wat het hoort |
* |
in groepsverband de boodschap niet duidelijk genoeg over komt. |
Door oefening met visueel aangeboden leeswoorden wordt taal inzichtelijk.
Het kind wordt uitgedaagd te gaan praten en hierdoor zal het uiteindelijk
beter en meer gaan praten. Het zal langere zinnetjes gaan maken. Woorden
worden makkelijker opgeroepen, omdat ze als beeld worden aangeboden.
Het kind zal beter verstaanbaar gaan praten, omdat het ziet wat het zegt.
|
|
|
|
Kleine stapjes
Een alerte manier van opvoeden |
|
Kleine stapjes is een methode waarmee je als opvoeder/begeleider de
ontwikkeling van een kind actief kunt stimuleren. De methode beschrijft
heel nauwkeurig welke verschillende ontwikkelings-fases elk kind op
diverse ontwikkelingsgebieden doormaakt. Van daaruit biedt de methode
diverse structurele oefeningen aan, die stapje voor stapje leiden tot groei
in de ontwikkeling.
Omdat de oefenstof duidelijk is en in "kleine stapjes"
wordt aangeboden, is het resultaat meetbaar en zijn de doelen haalbaar.
Dit werkt motiverend voor zowel het kind als de opvoeder/begeleider.
|
|
Contactgegevens |
Educa Support
Bakkerneslaan 2
7906 DK Hoogeveen.
Wij zijn bereikbaar via telefoonnummer:
06 - 5106 2474.
Beantwoorden wij de telefoon niet? Mail dan naar annet@educasupport.nl.
|
|
|
|
De rekenlijn
Voorbereidend rekenen van jongs af aan |
|
Vaak wordt gedacht dat rekenen te moeilijk zou zijn voor kinderen met
Downsyndroom of een andere verstandelijke beperking. Maar wanneer
men het kind echter van jongs af aan kennis laat maken met getallen en
tellen, kan het ook het rekenen ontwikkelen.
Dat vroege contact met tellen en getallen kan bijvoorbeeld d.m.v. liedjes
waarin getallen voorkomen, het tellen van traptreden en het benoemen
van veel en weinig.
Op iets latere leeftijd (oudere peuters en kleuter) kan
begonnen worden met het voorbereidend rekenen.
Vanaf het begin wordt gewerkt aan het ontwikkelen van inzicht. De Rekenlijn is erop gericht 'nep-rekenen' te voorkomen.
Bijvoorbeeld:
Een kind
kan rekenen tot 20 op het telraam, maar het kan zonder dit telraam geen
enkele som uitrekenen.
Doel is een kind echt zelfstandig te leren rekenen. We vertellen het kind:
'Rekenen is denken, je doet het met je hoofd'.
Het is vooral zaak om de tijd te nemen voor elke ontwikkelingsstap.
|
|
|